wants

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Melanocoryphus albomaculatus op Wikispecies, exemplaar uit Frankrijk
Uitspraak
Woordafbreking
  • wants
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wants wantsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de wantsv / m

  1. (halfvleugeligen) benaming voor insecten met een buisvormige monddeel, waarvan de voorste vleugels half hoornachtig, half vliezig en de achterste vliezig zijn, behorend tot de onderorde Heteroptera op Wikispecies die, evenals de onderordes van respectievelijk cicaden en plantenluizen, deel uitmaakt van de overkoepelende orde der Hemiptera op Wikispecies.
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak

Werkwoord

wants

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) want