Naar inhoud springen

chinche

Uit WikiWoordenboek
  • chin·che
enkelvoud meervoud
chinche chinches

chinche v

  1. (halfvleugeligen) wants
  2. bedwants
  3. duimspijker
    vervoeging van
    chinchar

    chinche

    1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van chinchar
    2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van chinchar
    3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van chinchar