voorbereiden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·be·rei·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en bereiden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorbereiden |
bereidde voor |
voorbereid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
voorbereiden
- overgankelijk handelingen verrichten die een latere gebeurtenis mogelijk moeten maken
Vertalingen
1. handelingen verrichten die een latere gebeurtenis mogelijk moeten maken
Gangbaarheid
- Het woord voorbereiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "voorbereiden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
Maarten Keulemans en Serena Frijters“Welk land heeft de beste coronastrategie? Vijf lessen over de eerste coronagolf” (21 mei 2020), de Volkskrant - ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %