voorbereiden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·be·rei·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en bereiden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorbereiden |
bereidde voor |
voorbereid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
voorbereiden
- overgankelijk handelingen verrichten die een latere gebeurtenis mogelijk moeten maken
- We moeten ons daar nog even op voorbereiden.
Vertalingen
1. handelingen verrichten die een latere gebeurtenis mogelijk moeten maken
Gangbaarheid
- Het woord voorbereiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorbereiden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %