predisponer
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- pre·dis·po·ner
Werkwoord
predisponer
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
predisponer |
disponía |
dispuesto |
volledig |
- overgankelijk voorbereiden, geschikt maken, predisponeren
- in de stemming brengen
Synoniemen
[1] preparar
Verwante begrippen
Verwijzingen
- predisponer in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española