vlieden
Uiterlijk
- vlie·den
- In de betekenis van ‘vluchten, voorbijgaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vlieden /'vlidə(n)/ |
vlood /'vlot/ |
gevloden /ɣə'vlodə(n)/ |
klasse 2 | volledig |
vlieden
- ergatief formeel: (van tijd) voorbijgaan
- «De tijd vliedt!»
- De tijd verloopt sneller dan je denkt.
- «De tijd vliedt!»
- ergatief formeel: snel weg trachten te komen, vluchten
- De herten, vliedend voor het wassende water, bereikten de heuvel net op tijd.
1. formeel: (van tijd) voorbijgaan
2. formeel: snel weg trachten te komen, vluchten
- Het woord vlieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vlieden" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "vlieden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Sterk werkwoord klasse 2 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 65 %
- Prevalentie Vlaanderen 59 %