vleierij
Uiterlijk
- vlei·e·rij
- Naamwoord van handeling van vleien met het achtervoegsel -erij[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vleierij | vleierijen |
verkleinwoord | vleierijtje | vleierijtjes |
de vleierij v
- het vleien
- Vleierij werkt altijd, weet Jack Ma, oprichter van de Chinese internetbazaar Alibaba, uit ervaring. Hij is er een meester in en had minder dan een half uur nodig om toen nog aankomend president Trump in te pakken met loftuitingen over diens „slimheid, openheid en zakelijke successen”. Hij verzekerde dat Alibaba „in de komende vijf jaar één miljoen nieuwe banen in de VS gaat scheppen”. En hij voegde er tactisch aan toe: „Dat zijn vooral banen in kleine bedrijven en bij boeren in het Midden-Westen.” [2]
- uiting of vorm van vleien
- bewieroking, compliment, flemerij, flikflooierij, gelik, laudanum, liefdoenerij, mooipraterij, pluimstrijkerij, stroopsmeerderij, gevlei
- Het woord vleierij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vleierij" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Oscar Garschagen 27 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be