vestingmuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

vestingmuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • ves·ting·muur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vestingmuur vestingmuren
verkleinwoord vestingmuurtje vestingmuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de vestingmuurm

  1. (militair) (geschiedenis) de muur van een versterkte stad; de muur van een vesting
     Hij had mijn vestingmuur geramd en zich er bovendien goed voor laten betalen.[2]
     Voor de stichting is het geen probleem dat Waterkasteel De Kemphaan geen eeuwen oud is, maar slechts 18 jaar. Het gebouw heeft genoeg bepalende kenmerken, zoals een ridderzaal, een slotgracht, een kasteeltuin met oranjerie, een brouwerij, een doolhof en een gang aan de binnenkant van een vestingmuur (weergang).[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten)
    “Italiaanse schoenen” (2011), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044521832
  3. Bronlink geraadpleegd op 14 april 2022 Weblink bron “Almere heeft officieel een kasteel (al is het maar 18 jaar oud)” (19-10-2018,), NOS