vervolger
Uiterlijk
- ver·vol·ger
- Naamwoord van handeling van vervolgen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vervolger | vervolgers |
verkleinwoord | vervolgertje | vervolgertjes |
de vervolger m
- iemand die iemand anders achtervolgt om hem kwaad te doen
- Ook benadrukt hij dat Open Doors er niet op uit is om een negatief beeld van de islam neer te zetten. „Anne van de Bijl, nu 86, heeft de hele wereld overgezworven. Hij heeft ook gepraat met vervolgers. Hij is bij de Talibaan geweest, bij Yasser Arafat. Hij zoekt ze op. Hij zegt: weet je, wij zijn absoluut tegen vervolging, maar de vervolger is een mens. Wij vragen onze achterban net zo hard te bidden voor mensen die de vervolging plegen.”[1]
- Het woord vervolger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vervolger" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ NRC Christiaan Pelgrim 8 januari 2015
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be