verkennen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ken·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verkennen
verkende
verkend
zwak -d volledig

Werkwoord

verkennen

  1. overgankelijk ter plaatse kennis verwerven van de gesteldheid van iets
     Op picknicktafels werden grote landkaarten uitgevouwen en mogelijke nieuwe routes verkend.[1]
     Als men achter noens dinghen wille so moghen twee ervachtige mannen, of meer, thof verkennen, ende dits de maniere:[2]
     Wie weet inspireert mijn reis hen om later ook de wereld te verkennen.[1]
  2. (militair) een onbekend of vijandelijk gebied observeren om strategische doelen te ontdekken of informatie te verkrijgen om een algemeen beeld van de situatie te krijgen.
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. 1,0 1,1
    Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink Weblink bron Dits hoe men thof kennelic maect, Oud formulier van de Vlaemsche rechtspleging omtrent het jaer 1300. in:
    J.F. Willems (red.)
    Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands, Eerste deel (1837.), Maatschappij tot Bevordering der Nederduitsche Taal- en Letterkunde, Gent, p. 46 op dbnl.org op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Nedersaksisch

Werkwoord

verkennen

  1. verkennen


Veluws

Werkwoord

verkennen

  1. verkennen