verdichtsel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dicht·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verdichtsel verdichtsels
verdichtselen
verkleinwoord verdichtseltje verdichtseltjes

Zelfstandig naamwoord

het verdichtselo

  1. iets dat niet bestaat, een verzinsel
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be