vann

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ʋɑn /

Woordafbreking

• vann

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord  vatn zn 

Naar frequentie	501

Werkwoord

vann

1. zwakke verbuiging verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van vinne (betekenis: winnen)

Schrijfwijzen

•  vant ww 

Opmerkingen

• Nynorsk:  vatne ww 

[A]	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	vann	vannet	- - -	- - -
genitief	vanns	vannets	- - -	- - -

Zelfstandig naamwoord

[A] vann, o

1. (scheikunde) water

Hyponiemen

• [1]:  ferskvann zn 
• [1]:  kildevann zn 
• [1]:  kjølvann zn 
• [1]:  kokosvann zn 
• [1]:  mineralvann zn 
• [1]:  sukkervann zn 
• [1]:  søppelvann zn 

Afgeleide begrippen

   

[1]:  vannabonnent zn  [1]:  vannaktivitet zn  [1]:  vannavkjølt zn  [1]:  vannavstøtende bn  [1]:  vannavtale zn  [1]:  vannavvisende bn  [1]:  vannbad zn  [1]:  vannballong zn  [1]:  vannbasert bn  [1]:  vannbeskyttet bn  [1]:  vannbesparende bn  [1]:  vannforbruk zn  [1]:  vannivå zn  [1]:  vann-nivå zn  [1]:  vannverk zn

Verwante begrippen

• [1]:  vanne zn 

[B]	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	vann	vannet	vann	vanna vannene
genitief	vanns	vannets	vanns	vannas vannenes

Zelfstandig naamwoord

[B] vann, o

1. water, waterplas, aquatisch milieu
2. (medisch) (in het lichaam) water, lichaamsvloeistof

Schrijfwijzen

• [1-2]:  vatn zn 

Afgeleide begrippen

• [1]:  myggvann zn 
• [1]:  vannsport zn 
• [2]:  fostervann zn 

Verwante begrippen

•  vass- zn