utrulig

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • u·tru·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord tru met het voorvoegsel u- en met het achtervoegsel -lig
Naar frequentie 99068
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud utrulig utruligere utruligst
o enkelvoud utruligt
meervoud utrulige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
utrulige utruligere utruligste

Bijvoeglijk naamwoord

utrulig

  1. ongelooflijk, ongeloofwaardig, verbazend,

verbijsterend

Schrijfwijzen
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Bijwoord

utrulig

  1. ongelofelijk, ongelooflijk, onwaarschijnlijk (ook gebruikt als graadinformatie vóór een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord)