uniteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uni·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uniteit | uniteiten |
verkleinwoord | uniteitje | uniteitjes |
Zelfstandig naamwoord
de uniteit v
- het één zijn, eenheid, eensgezindheid
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uniteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.