uitbesteden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitbesteden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·be·ste·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en besteden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitbesteden |
besteedde uit |
uitbesteed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitbesteden
- iets niet zelf doen maar het door een ander laten doen
- De puber had het opruimen van haar kamer uitbesteed aan haar moeder.
- Het kleine bedrijf had zijn administratie uitbesteed aan een administratiebedrijf die deze procedure outsourcing noemde.
- ▸ Veel mensen zien als een berg op tegen de belastingaangifte. Bijna 40 procent besteedt het invullen ervan weleens uit, zo bleek eerder dit jaar uit een enquête van de Consumentenbond. Maar vaak is dat onnodig en het biedt ook geen garantie op een waterdichte aangifte.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord uitbesteden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "uitbesteden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Veel mensen zien als een berg op tegen de belastingaangifte. Bijna 40 procent besteedt het invullen ervan weleens uit, zo bleek eerder dit jaar uit een enquête van de Consumentenbond. Maar vaak is dat onnodig en het biedt ook geen garantie op een waterdichte aangifte.” (24 maart 2019), NU.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %