turbine

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tur·bi·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schoepenrad’ voor het eerst aangetroffen in 1838 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord turbine turbines
verkleinwoord turbinetje turbinetjes

Zelfstandig naamwoord

turbine v

  1. een schoepenrad als energieopwekker
     Volgens de beheerder van de waterkrachtcentrale lijkt het water nu "ordelijk" door de dam te stromen. De dam is 45 jaar oud en bestaat volgens exploitant Hafslund uit twee turbines en een dam met deuren.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Deens

Zelfstandig naamwoord

turbine

  1. turbine v ; een schoepenrad als energieopwekker

Verwijzingen


Frans

Zelfstandig naamwoord

turbine

  1. turbine v ; een schoepenrad als energieopwekker