triomfaal
Uiterlijk
- tri·om·faal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | triomfaal | triomfaler | triomfaalst |
verbogen | triomfale | triomfalere | triomfaalste |
partitief | triomfaals | triomfalers | - |
triomfaal [2]
- de overwinning vierend; als past bij een overwinnaar of overwinning
- Havana maakt zich op om donderdag de vijftigste verjaardag van de triomfale intrede van de 'Comandante' van de Cubaanse Revolutie, Fidel Castro, te herdenken. [3]
1. de overwinning vierend; als past bij een overwinnaar of overwinning
- Het woord triomfaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "triomfaal" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ triomfaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard 08/01/2009 Havana viert donderdag 50 jaar revolutie
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be