zegepralend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zegepralend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ze·ge·pra·lend
Werkwoord
vervoeging van: | zegepralen |
verbogen vorm: | zegepralende |
zegepralend
vervoeging van: | zegepralen |
verbogen vorm: | zegepralende |
zegepralend