transportsysteem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trans·port·sys·teem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord transportsysteem transportsystemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het transportsysteemo

  1. (verkeer) stelsel van voorzieningen dat zorgt voor het vervoer van mensen en goederen
     Het ruimtevliegtuig is slechts een van de kandidaten voor het toekomstige transport van astronauten naar het ISS. Nu gebeurt dat alleen met de Russische Sojoez. Een aantal Amerikaanse bedrijven ontwikkelt een nieuw transportsysteem voor NASA. Directe concurrenten van de Dream Chaser zijn de Dragon van SpaceX en de CST-100 van Boeing. NASA moet daar nog een keuze uit maken.[2]
     Een aantal stadions in onder meer São Paulo, Curitiba en Manaus is nog niet klaar. Ook is er nog veel werk te doen bij de vliegvelden en het transportsysteem. Daarnaast zijn er regelmatig protesten tegen de hoge kosten van het WK. Maar Blatter rekent op een enthousiast ontvangst. „Brazilië is het land van voetbal. Ik weet zeker dat het WK straks met open armen wordt ontvangen.”[3]
Hyponiemen
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Mini-shuttle in 2016 de ruimte in” (Vrijdag 24 januari 2014, 12:11), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “"Problemen Brazilië onder controle"” (Dinsdag 4 maart 2014, 12:19), NOS