toevoeging
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toevoeging (hulp, bestand)
Woordafbreking
- toe·voe·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van toevoegen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toevoeging | toevoegingen |
verkleinwoord | toevoeginkje | toevoeginkjes |
Zelfstandig naamwoord
toevoeging v
- datgene wat met een groter geheel verenigd wordt
- Hij maakte bij herlezing van zijn brief nog een kleine toevoeging.
Synoniemen
Vertalingen
1. datgene wat met een groter geheel verenigd wordt
Gangbaarheid
- Het woord toevoeging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "toevoeging" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be