toevoeging
Uiterlijk
- Geluid: toevoeging (hulp, bestand)
- toe·voe·ging
- Naamwoord van handeling van toevoegen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toevoeging | toevoegingen |
verkleinwoord | toevoeginkje | toevoeginkjes |
de toevoeging v
- datgene wat met een groter geheel verenigd wordt
- Hij maakte bij herlezing van zijn brief nog een kleine toevoeging.
1. datgene wat met een groter geheel verenigd wordt
- Het woord toevoeging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toevoeging" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be