tijgerin
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tij·ge·rin
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wijfjestijger’ voor het eerst aangetroffen in 1822 [1]
- Afgeleid van tijger met het achtervoegsel -in
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijgerin | tijgerinnen |
verkleinwoord | tijgerinnetje | tijgerinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
tijgerin v
- (zoogdieren) vrouwelijke tijger
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord tijgerin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tijgerin" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.