theoloog
Uiterlijk
- theo·loog
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theoloog | theologen |
verkleinwoord | theoloogje | theoloogjes |
de theoloog m
1. een beoefenaar van de theologie
- Het woord theoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "theoloog" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel theo- in het Nederlands
- Achtervoegsel -loog in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %