terugbetaling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·be·ta·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van terugbetalen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | terugbetaling | terugbetalingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de terugbetaling v
- (financieel) het terugbetalen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord terugbetaling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.