televisieprogramma
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·le·vi·sie·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van televisie zn en programma zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | televisieprogramma | televisieprogramma's |
verkleinwoord | televisieprogrammaatje | televisieprogrammaatjes |
Zelfstandig naamwoord
het televisieprogramma o
- (communicatie) programma dat op de tv wordt uitgezonden
- Word je er wel eens bang van? Je hebt vaak gezegd dat je eeuwig wilt leven, je maakt daar op het moment zelfs een televisieprogramma over. ‘Nee, want ik voel me nu goed. Ik vind het trouwens een volkomen natuurlijke ambitie om eeuwig te willen leven. [1]
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord televisieprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ de Volkskrant Nathalie Huigsloot25 januari 2019 INTERVIEW JAN MULDER