Naar inhoud springen

supplement

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sup·ple·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanvulling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1614 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord supplement supplementen
verkleinwoord supplementje supplementjes

Zelfstandig naamwoord

supplement o

  1. iets dat als aanvulling toegevoegd wordt
  2. (wiskunde) die hoek die samen met de gegeven hoek 180 graden volmaakt
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

enkelvoud meervoud
supplement supplements

Zelfstandig naamwoord

supplement

  1. supplement
  2. (wiskunde) supplement
  3. bijlage
  4. vitaminesupplement