stropdas

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strop·das
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘hoge, nauw om de hals sluitende das’ voor het eerst aangetroffen in 1733 [1]
  • samenstelling van  strop  en  das  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stropdas stropdassen
verkleinwoord stropdasje stropdasjes

Zelfstandig naamwoord

stropdas m

  1. (kleding) lange, smalle reep stof die onder de kraag van het overhemd wordt vastgeknoopt en waarin een sierknoop gelegd wordt
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen