stopp

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / stɔp /

Woordafbreking

• stopp

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Noorse werkwoord stoppe

Naar frequentie	433

m [A]+[B]	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	stopp	stoppen	stopp	stoppene
genitief	stopps	stoppens	stopps	stoppenes

Zelfstandig naamwoord

[A] stopp m

1. (het) proppen, (het) stoppen, vullen
2. vulmateriaal, vulsel

o [B]	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	stopp	stoppet	stopp	stoppa stoppene
genitief	stopps	stoppets	stopps	stoppas stoppenes

Zelfstandig naamwoord

[B] stopp m / o

1. opphold, stans, (het) stoppen
2. bushalte
3. onderdeel van de Noorse uitdrukking: si stopp

Synoniemen

• [2]: buss-stopp
• [2]: busstopp

Hyperoniemen

• stoppested

Afgeleide begrippen

• [1]: lønnsstopp
• [1]: motorstopp
• [1]: prisstopp
• [1]: stopplys
• [3]: si stopp

Zelfstandig naamwoord

stopp, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van stopp

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / stɔp /

Woordafbreking

• stopp

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Nynorske werkwoord stoppe

m [A]+[B]	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	stopp	stoppen	stoppar	stoppane

Zelfstandig naamwoord

[A] stopp m

1. (het) proppen, (het) stoppen, vullen
2. vulmateriaal, vulsel

o [B]	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	stopp	stoppet	stopp	stoppa

Zelfstandig naamwoord

[B] stopp m / o

1. opphold, stans, (het) stoppen
2. bushalte
3. onderdeel van de Nynorske uitdrukkingen: seia stopp en seie stopp#Nynorskseie stopp

Synoniemen

• [2]: buss-stopp
• [2]: busstopp

Hyperoniemen

• stoppestad

Afgeleide begrippen

• [1]: lønsstopp
• [1]: motorstopp
• [1]: prisstopp
• [1]: stopplys
• [3]: si stopp

Zelfstandig naamwoord

stopp, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van stopp