sportvereniging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sport·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sport en vereniging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportvereniging | sportverenigingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de sportvereniging v
- (sport) een vereniging voor personen die gezamenlijk sport beoefenen
- In het webinar bespreken zij alle do's en don'ts voor samenwerken binnen een sportvereniging.[1]
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een vereniging voor personen die eenzelfde sport beoefenen of die nauw betrokken zijn bij diezelfde sport
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord sportvereniging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.