slurf

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  slurf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• slurf

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘verlengde snuit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1540

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	slurf	slurven
verkleinwoord	slurfje	slurfjes

Zelfstandig naamwoord

de slurf v / m

1. (zoötomie) verlengde snuit van een olifant en van andere dieren
2. iets wat lijkt op een slurf

• 
  Close-up van een slurf
• 
  De slurf van een olifant is zeer beweeglijk
• 
  De tapir heeft een korte slurf

Hyponiemen

• vliegtuigslurf

Afgeleide begrippen

• slurfachtig, slurfbloedzuiger, slurfdier, slurfhondje

Vertalingen

    1. verlengde snuit   

Afrikaans: slurp (af) Duits: Rüssel (de) m Engels: trunk (en) Frans: trompe (fr) v

Italiaans: proboscide (it) v Spaans: trompa (es) v Welsh: trwnc (cy) Zweeds: snabel (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord slurf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slurf" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.