slurp
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slurp
Werkwoord
vervoeging van |
---|
slurpen |
slurp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slurpen
- Ik slurp.
- gebiedende wijs van slurpen
- Slurp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slurpen
- Slurp je?
Gangbaarheid
- Het woord slurp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "slurp" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Uitspraak
Woordafbreking
- slurp
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slurp | slurpe |
slurp
Werkwoord
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
slurp |
geslurp |
volledig |
slurp onovergankelijk
Afgeleide begrippen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Zoötomie in het Afrikaans
- Werkwoord in het Afrikaans
- Werkwoord zonder scheidbaarheidsparameter in het Afrikaans
- Onovergankelijk werkwoord in het Afrikaans