sluiter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slui·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sluiter sluiters
verkleinwoord sluitertje sluitertjes

Zelfstandig naamwoord

de sluiterm

  1. een element van een fotocamera dat voorkomt dat er licht op de film (en soms ook bij CCD) valt buiten de belichtingstijd van een foto
    • Doordat de sluiter bleef hangen is de foto mislukt. 
  2. iemand die sluit
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be