simulatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- si·mu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van simuleren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | simulatie | simulaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
simulatie v
- het simuleren
- (informatica), (wiskunde) nabootsing van een systeem of model
- (juridisch) het verrichten van schijnhandelingen
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord simulatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "simulatie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -atie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %