schoolreis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • school·reis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoolreis schoolreizen
verkleinwoord schoolreisje schoolreisjes

Zelfstandig naamwoord

de schoolreisv / m

  1. een (vaak maar één dag durende) reis die door school wordt georganiseerd en waaraan de leerlingen van één of meer klassen tegelijk deelnemen
    • Het is belangrijk dat kinderen die dreigen op te groeien in armoede deel kunnen nemen aan schoolreisjes, lid kunnen worden van een sportclub en de mogelijkheid krijgen op muziekles te gaan. [1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Troonrede 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be