schiller

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schiller    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• schil·ler

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van schillen met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schiller	schillers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de schiller m

1. iemand die schilt
2. (huishouden) apparaatje waarmee men kan schillen

Hyponiemen

• aardappelschiller, dunschiller, groenteschiller

Afgeleide begrippen

• schillerhemd

Vertalingen

    1.   

Spaans: mondador (es) m, pelador (es) m

Gangbaarheid

• Het woord schiller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schiller" herkend door:

90 %	van de Nederlanders;
84 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.