schietijzer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

man met schietijzer
Uitspraak
Woordafbreking
  • schiet·ij·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schietijzer schietijzers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het schietijzero

  1. (informeel) een wapen waarmee men kogels kan afvuren
    • De expert vindt wel dat er een goede analyse moet komen over problemen die kunnen ontstaan door bijvoorbeeld terroristen en welke eenheden en werkwijzen daarvoor nodig zijn. 'Is er dan nog iets tekort, dan moet je daar naar kijken. De oplossing zit in ieder geval niet in stoer doen met schietijzers'.[1] 
    • Geller zegt dat veel van zijn klanten ook verwoede jagers zijn. Zelf heeft hij geen schietijzers in zijn winkel in Smyrna. Hij stuurt zijn klanten naar een lokale wapenhandelaar waar ze hun bon kunnen inruilen voor een tweeloop.[2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Het Parool 14 JANUARI 2015 'Genoeg slagkracht politie en marechaussee'
  2. Het Parool 24 SEPTEMBER 2012, Kopers van diamant krijgen gratis jachtgeweer
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be