ruitensproeier
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rui·ten·sproei·er
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ruit en sproeier met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ruitensproeier | ruitensproeiers |
verkleinwoord | ruitensproeiertje | ruitensproeiertjes |
Zelfstandig naamwoord
de ruitensproeier m
- installatie om de ruiten van een auto in combinatie met de ruitenwisser schoon te sproeien
Afgeleide begrippen
- ruitensproeiers mv., ruitensproeiertje vkw.
Vertalingen
1. installatie om de ruiten van een auto schoon te sproeien
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord ruitensproeier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.