Naar inhoud springen

rugleuning

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 14 jun 2019 om 08:20 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rug·leu·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rugleuning rugleuningen
verkleinwoord rugleuninkje rugleuninkjes

Zelfstandig naamwoord

rugleuning v

  1. deel van een stoel of bank waartegen men de rug kan laten rusten
    • Een stoeltje zonder rugleuning noemt men meestal een krukje. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be