roodbuikchachalaca
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- rood·buik·cha·cha·la·ca
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van rood bn, buik zn en chachalaca zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodbuikchachalaca | roodbuikchachalaca's |
verkleinwoord | roodbuikchachalacaatje | roodbuikchachalacaatjes |
Zelfstandig naamwoord
roodbuikchachalaca
- (hoendervogels) Ortalis ruficauda een vogel uit de familie sjakohoenders en hokko's (Cracidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1847 door William Jardine . De soort komt voor in Colombia en Venezuela en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen
- chachalaca, sjakohoenders en hokko's, hoendervogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'roodbuikchachalaca' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.