rommelpot

Uit WikiWoordenboek
De rommelpotspeler van Jan Steen


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rom·mel·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rommelpot rommelpotten
verkleinwoord rommelpotje rommelpotjes

Zelfstandig naamwoord

de rommelpotm

  1. (muziekinstrument) een oud volksmuziekinstrument, ook wel foekepot genoemd
    • Speelt u op een rommelpot? 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be