pvc
Uiterlijk
- pvc
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | pvc | pvc's |
| verkleinwoord | - | - |
het pvc o
- (scheikunde) acroniem van polyvinylchloride, harde veel gebruikte kunststof (wikidata: pvc
)
acroniem van polyvinylchloride
- Het woord pvc staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pvc" herkend door:
| 95 % | van de Nederlanders; |
| 95 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pvc" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pvc op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %