acroniem
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- acro·niem
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘letterwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1990 [1]
- uit het Grieks: ακρον, akron "lid", met het achtervoegsel -oniem [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | acroniem | acroniemen |
verkleinwoord | acroniempje | acroniempjes |
Zelfstandig naamwoord
acroniem o
- (taalkunde), woord bestaande uit de beginletter(s) van (een) ander(e) woord(en)
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord acroniem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "acroniem" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "acroniem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ acroniem op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be