programmeertaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·gram·meer·taal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van programmeer ww en taal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | programmeertaal | programmeertalen |
verkleinwoord | programmeertaaltje | programmeertaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (informatica), formele taal met vocabulaire en syntaxis voor het schrijven van een computerprogramma.
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord programmeertaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.