portret

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • por·tret
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beeltenis’ voor het eerst aangetroffen in 1662 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord portret portretten
verkleinwoord portretje portretjes

Zelfstandig naamwoord

portret o

  1. schilderij, foto of andere artistieke voorstelling van een persoon
     Hebt u het portret gezien boven de haard? U herkent zonder twijfel de markante en nobele trekken van Niccoló Paganini. Ik zal de eerste zijn om uw gelijk te beamen wanneer u zegt dat het in schilderkundig opzicht geen meesterwerk betreft. Het is gemaakt door een brave, mindere meester, die er zelfs in zijn tijd niet om bekendstond dat hij zijn tijd vooruit was.[3]
     Ik ben Krijn van Noordwijk zeer erkentelijk voor het fotograferen van mijn portret.[4]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen