porster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- por·ster
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van porren met het achtervoegsel -ster [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | porster | porsters |
verkleinwoord | porstertje | porstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de porster v
- (beroep) (historisch) vrouw die op de ramen of deuren van mensen kwam tikken om ze te wekken (in de tijd dat veel mensen nog geen wekker hadden)
- ▸ Zeer zeker tot in de jaren zestig werd mijn vader gepord. Dat was door Ciska de porster. Haar echte naam was Ciska van der Wouden. De Tuinstraat, Anjeliersstraat en Egelantiersstraat had zij als wijk. Zij porde mijn vader (slager en parttime inbreker) om circa vijf uur 's morgens. Ik hoor haar nu nog: 'Co, ben je wakker?' Dit na een fiks aantal rammen op de deur.[2]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'porster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "porster" herkend door:
14 % | van de Nederlanders; |
19 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Amsterdams Lijflied 2: de Jordaan” (24 juli 2011), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ster in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Historisch in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 14 %
- Prevalentie Vlaanderen 19 %