popper

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  popper    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈpɔpər / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• pop·per

Woordherkomst en -opbouw

• van Engels popper

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	popper	poppers
verkleinwoord	poppertje	poppertjes

Zelfstandig naamwoord

de popper m

1. vloeibaar roesmiddel met een scherpe geur, gebruikt voor feesten en seks

   ▸ Aan de bar vraag ik wat er in dat flesje zat. ‘Dat was een popper’ legt mijn gids uit, 'het is amylnitriet, een stimulans. In de desbetreffende bars kan je het kopen. Het werkt vaatvernauwend, de bloedstuwing gaat sneller en het geeft heel even een gevoel van opwinding.

2. (persoon) (straattaal) (misdaad) crimineel die zich toelegt op het organiseren of uitvoeren van moorden

   ▸ Volgens bronnen in de onderwereld - waar Naoufal F. bekendstaat als „een popper”, iemand die liquidaties pleegt of organiseert – wist Naoufal F. dat het slachtoffer zou worden doodgeschoten.

Synoniemen

• [1] alkylnitriet

Hyperoniemen

• [1] drug
• [1] partydrug
• [2] crimineel

Hyponiemen

• [2] huurmoordenaar

Gangbaarheid

• Het woord popper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.