pony
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·ny
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘paardje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pony | pony's |
verkleinwoord | pony'tje | pony'tjes |
Zelfstandig naamwoord
pony m
- (paardrijden) paard uit een ras met een schofthoogte tot ongeveer anderhalve meter
- Kinderen willen vaak graag een pony hebben.
- haardracht waarbij het haar op het voorhoofd naar voren wordt gekamd en even boven de wenkbrauwen is afgeknipt
Synoniemen
- [2] froufrou
Vertalingen
1. paard uit een ras met een schofthoogte tot ongeveer anderhalve meter
Gangbaarheid
- Het woord pony staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pony" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Engels
Uitspraak
- IPA: /ˈpoʊni/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
pony | ponies |
Zelfstandig naamwoord
pony
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Paardrijden in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels