pinksterdag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pinksterdag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pink·ster·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pinkster en dag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pinksterdag | pinksterdagen |
verkleinwoord | pinksterdagje | pinksterdagjes |
Zelfstandig naamwoord
pinksterdag m
- (religie) een van de twee dagen van het pinksterfeest, pinksterzondag of pinkstermaandag
- De tweede pinksterdag is een officiële vrije dag.
Hyponiemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord pinksterdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.