Naar inhoud springen

pessimisme

Uit WikiWoordenboek
  • pes·si·mis·me
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘neiging alles negatief te zien’ voor het eerst aangetroffen in 1870 [1]
  • afgeleid van het Franse pessimisme (met het achtervoegsel -isme) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pessimisme -
verkleinwoord - -

het pessimismeo

  1. de verwachting dat gebeurtenissen ongunstig gaan uitvallen
  2. (filosofie) wijsgerige waardering van werkelijkheid en leven die deze als noodzakelijke oorzaken van ongeluk en ellende beschouwt
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  pessimisme     le pessimisme     pessimismes     les pessimismes  

chauvinisme m

  1. chauvinisme