peinzer
Uiterlijk
- pein·zer
- Naamwoord van handeling van peinzen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peinzer | peinzers |
verkleinwoord | peinzertje | peinzertjes |
de peinzer m
- iemand die voortdurend nadenkt; iemand die zich aan gepeins overgeeft
- Al met al geen wonder dat Chiara actrice werd. „Ik ben als meisje gevallen voor de sfeer en de rituelen van de set. ’s Ochtends arriveren bij de make-up, je call sheet krijgen, en dat eindeloze wachten, heerlijk. Ik ben een peinzer, ik hou ervan om uren voor me uit te staren.” [2]
- Wielrennen, zegt hij, is een goede sport voor peinzers, een meditatieve sport. „Soms is het bijna ontroerend om met een groep op de fiets te zitten. Windje in de rug, nee het moet niet te hard waaien, dan maakt het lawaai, dat is onverdraaglijk. Je fiets mag ook geen irritante geluiden maken, dat wordt niet gepikt. Met een man of tien, bandjes op kleine afstand van elkaar. Op van dat zwarte asfalt dat er net ligt. Wat je dan hoort is muziek. Een groot dier dat over de weg suist. [3]
- Bij de P van Politiek wordt Krol door Zuiderent getypeerd als een tegendraadse eenling. Hij schrikt niet terug voor politiek incorrecte uitspraken over de vakbond, de vrouwenbeweging of de doodstraf. Dat Krol geen doorgewinterde politicus is met een vlotte babbel, maar een stugge peinzer met een secundaire geest, een schrijver dus, blijkt steeds opnieuw. [4]
- Het woord peinzer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "peinzer" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Coen van Zwol 5 november 2014 Bekende dochters van beroemde ouders
- ↑ NRC Menno de Galan 21 juli 2009 Wielrennen moet dat duistere houden
- ↑ NRC Janet Luis 11 juni 2010 De D van Duo en de N van nachtmerrie
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be