parketwacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·ket·wacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parketwacht parketwachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de parketwachtv / m

  1. (juridisch) dienst die de orde handhaaft in een rechtszaal
  2. (juridisch) (beroep) politieagent die de orde handhaaft in een rechtszaal
     In de rechtbank in Almere worden vanaf 1 september geen strafzaken en familiezaken meer behandeld. Volgens de rechtbank wil de politie vanaf dan geen parketwachten meer leveren. Parketwachten zijn politiemensen die toezien op de veiligheid tijdens de zitting.[1]
     Onder het toeziend oog van de pers horen de broers, met behulp van een tolk, hoe hen poging tot moord ten laste wordt gelegd. Parketwachten leiden Armin geboeid weg, wanneer Arash wordt ondervraagd. Gevraagd naar diens veroordeling wegens geweldpleging in 2005 verklaart hij in het Engels: ,,Ik beschermde toen mijn vriendin’’. Als vorig jaar april twee van zijn vrienden ruzie krijgen met de manager van restaurant Polpo, staat hij nog buiten.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 april 2024 Weblink bron “Conflict Almere over parketwacht” (Woensdag 13 augustus 2014, 09:31), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 april 2024 Weblink bron
    Victor Schildkamp en David van der Heeden
    “Oog in oog: 'oberschoppers' maken excuses aan man die ze bijna doodschopten” (15-04-2019), Tubantia