paradijsvogels

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

koningsparadijsvogel (Cicinnurus regius)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pa·ra·dijs·vo·gels
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paradijsvogels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de paradijsvogelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord paradijsvogel
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Paradisaeidae op Wikispecies een familie van vogels uit de orde zangvogels, die vrijwel beperkt is tot Nieuw-Guinea en omringende eilanden, en het noordoosten van Australië. Enkele soorten komen ook op de Molukken voor. De paradijsvogels zijn uitgedost met zeer weelderige veren. Dit is het resultaat van ver doorgeschoten seksuele selectie wat mogelijk was door het ontbreken van natuurlijke vijanden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie